Op zoek naar het boek Africa the Adventure, vond ik in de bibliotheek een ander boek van Attilio Gatti,
uitgegeven door Meulenhoff. Misschien is het verhaal dat ik vond, wel echt de eerste expeditie, echter
niet opgezet voor het maken van QSO's
Source: Mistiek Afrika, 1955, door Ton Schilling
From Tom-Toms in the Night & Black Mist, by Attilo Gatti
Bewerkt door Wino, PA0ABM
OQ5ZZ
Het was in New York, dat ik bij louter toeval, en kort voor mijn Belgisch-Congo-expeditie, in aanraking
kwam met mrs. Dorothy Hall uit Springfield (Long Island), een van de ervarenste en sympathiekste
kortegolf-radioamateurs in Amerika, en bij duizenden collega's over de hele wereld bekend. "Zo'n
expeditie als de uwe moet gewoonweg een kortegolf-zend- en ontvangapparaat hebben!" stelde ze
bondig vast. "Dan kunt u op elk gewenst ogenblik contact hebben met Amerika, uw familieleden op de
hoogte houden hoe het u gaat, u kunt om hulp vragen, wanneer dat nodig is; en als u nog wat reserve-
apparatuur mee- neemt, kunt u vanuit uw basiskamp doorlopend in contact blijven met medewerkers,
die elders in de wildernis zitten. En vertelt u 's, hoe vaak kunt u
daarginds post ontvangen of versturen?" - "Nou, niet zo vaak. . ."
antwoordde ik, "misschien zo'n tweemaal per maand, als we
tenminste in de buurt van een grote weg zitten, als de postauto niet in
elkaar gezakt is en als er geen bruggen zijn weggeslagen door de
regenval." - "Zie je wel! daar heb je 't al!" riep ze triomfantelijk uit.
"Weet u, dat in Belgisch-Congo practisch elk postkantoor over een
kortegolf zend- en ontvangapparaat beschikt? Alles wat u te doen
heeft is er zelf een aan te schaffen en een vergunning aan te vragen
aan het gouvernement, dan kunt u een regeling treffen met het dichtst-bijzijnde postkantoor. Telkens als
u een telegram wilt versturen, dicteert u dat gewoon in uw microphoon, of omgekeerd: geeft het
postkantoor u via uw ontvangapparaat berichten door die voor u zijn bestemd. Een kwestie van minuten,
in plaats van weken of maanden. U kunt bijvoorbeeld ook een ongeluk krijgen en ogenblikkelijk
medische hulp nodig heb- ben. . . u kunt een kist met filmen of onvervangbaar cameramateriaal
verspelen. . . wat niet al meer! Een bericht over uw zender, en alles wat u nodig heeft wordt u achterna
gestuurd, desnoods uit een vliegtuig gedropped!"
Ik was al gecapituleerd!
Alles wat nog moeilijkheden opleverde was, dat ik, zo in de voor- avond van een nieuwe expeditie,
practisch geen rode cent meer bezat. In enkele maanden tijds had ik vele duizenden uitgegeven aan het
beste foto- en filmmateriaal, dat te koop was, kostbare lenzen en tele- objectieven, kisten vol van de
modernste, lichtsterkste platen en filmen, filters, blitzlampen, ontwikkel-benodigdheden; drie aggregaten
die voor de 110 volt wisselstroom konden zorgen, die wij in de wildernis nodig hadden; een complete
apparatuur om gramofoonplaten te snijden en stapels daarbij behorende materialen; voorts had ik mij de
noodzakelijke maar zeer dure medewerking verzekerd van een cameraman, een assistent-operateur,
een mecanicien en een electricien; en nog veel meer. . . wat komt er al niet kijken bij de samenstelling
van een expeditie? En dan straks, in Afrika, wat een waandenkbeeld te denken, dat het leven daar
zowat niets kostte, ook al betaalde men zijn dragers met francs en de pygmeeën met zout. . .
Maar mrs. Hall liet me niet los. Zij krabbelde namen, adressen en prijzen in haar notitieboekje, ging aan
het rekenen en berekenen en herrekenen, zij telefoneerde en telegrafeerde links en rechts en ten- slotte
liet ze mij een lijstje zien, waarvan alleen de eindsom direct mijn belangstelling opeiste: in plaats van de
duizenden te zien, die ik had verwacht, zag ik daar een bedrag van wat honderden dollars!
"Maar is het niet een vreselijk ingewikkelde bedoening?" vroeg ik nog. "Ik heb beslist geen tijd meer om
een cursus te volgen!"
Energiek woof mrs. Hall ook dat bezwaar uit de lucht: "Wel neen. . . In Amerika moet men wel eerst een
examen hebben afgelegd, voor men in de lucht mag komen, maar in Belgisch Congo is dat geen
vereiste'.Ik zal u wel een handleiding geven en trouwens, bIJ alle materiaal krijgt u handige
instructieboekjes. Lees ze door en in enkele uren tijds heeft u de zaak onder de knie!"
Wel, om het kort te maken, ik bestelde. En de kisten kwamen. En al stonden we een paar dagen voor
ons vertrek, mijn electricien Charlie en ik konden onze nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en
maakten de kisten open. In de nummers 43 en 45 zaten dan die wonderen: de twee Hallicrafter-
ontvangers met bijbehorende luidsprekers! Iedere amateur zwoer in die tijd bij Hallicrafters, een woord
dat samengesteld werd uit de naam van Bill Halligan (de geniale pionier op het gebied van de kortegolf
radio) en het begrip "crafters", dat de handenarbeid aanduidde waarmee in het begin de amateur zijn
eigen apparaat in elkaar knutselde. Bill Halligan was de man, die toen radicaal een eind maakte aan alle
eigen gepruts en van het apparaat een fabrieksproduct maakte: een betoverend klein wondergeval, niet
groter dan een gewoon radio-apparaat, met slechts een paar schalen en knoppen, en tegen vocht en
roest beveiligd in een dun stalen box.
En dan waren er de kisten 44 en 46 met de twee zend-apparaten, en kisten met complete sets reserve-
onderdelen, alles bij elkaar een indrukwekkende hoeveelheid onbegrijpelijkheden. "Niets aan!" had mrs.
Hall uitgeroepen: "Jullie hebt 't zo onder de knie . . . lees de boekjes maar door!" Maar zó eenvoudig
was het beslist niet. Charlie en ik lieten ons dagenlang instrueren, voor we er iets van snapten en voor
mij was het toen alleen nog maar dit: uit een van de krachtbronnen moest een kabel worden
aangesloten op een Hallicrafter, het juiste einde van de antenne ergens insteken, een knop omdraaien,
dan wachten tot het apparaat was warm geworden, wat je kon weten door het bewegen van een paar
scala-pijltjes tot die op een bepaald punt bleven staan. Dan begonnen andere pijltjes uit te slaan. En
een kleine handle moest omlaag - en dan kon je in een microphoon praten en de hele wereld hoorde je
stem! Een bepaalde knop mgedraaid, de pijltjes kantelden de andere kant
op, - en uit je luidspreker klonken stemmen uit het Grote Niets: collega's-
radioamateurs! Zo was het! Dat wisten we ervan!
Mrs. Hall bood mij aan, haar eigen station als ons "moederstation" te laten
fungeren, d.w.z. als het station in Amerika dat over het onze zou "waken",
onze berichten op vaste tijden opvangen en doorgeven naar de betrokken
adressen, enz.
En intussen had ik via de Belgische ambassade een vergunning
aangevraagd. Die kreeg ik binnen enkele dagen in bezit en het was met iets van trotse opwinding, toen
ik er, vet en zwart, het codenummer van "ons eigen station" op zag staan: OQ5ZZ! . . . OQ5, dat was de
internationale code voor de Belgische Congo, ZZ de onze. . . Stel je voor: OQ5ZZ, het radiostation van
de l0e Afrikaanse Gatti-expeditie!
Dat was in 1938, en geen sterveling dacht nog aan oorlog. De kortegolf radio-amateurs beschouwden
ons experiment als heel belangrijk en ze zochten bij bosjes contact: studenten en professoren,
vrachtwagenchauffeurs en rechters, vuilnismannen en kantoorklerken. . . van alle kanten kwamen hun
brieven binnen, vol hartelijke wensen en aanbieding van hulp en goede raad, het was hartverwarmend
en bezielend, deze corpsgeest van de amateurs!
Enkele jaren later beheerste dezelfde Hallicrafter, als ruggegraat van de over leven of dood beslissende
verbindingen der meeste geallieerde strijdkrachten, de oorlog. Begrijpelijk - maar hoe diep treurig ook,
en welk een zinnebeeld voor onze moderne "beschaving", dat zulk een kostelijk apparaat, waarmee
honderdduizenden over de gehele aardbol het avontuur in de aether zochten en daarbij zich vrienden
wonnen - op alle werelddelen, - geperfectionneerd moest worden ten dienste van de vernietiging. . .
Lees verder: De stem
Blanke magie
Het verhaal van OQ5ZZ