De Copyright rechten van dit artikel zijn voor België exclusief toegekend aan de UBA, de Koninklijke
Unie van de Belgische Zendamateurs.
OPERATING PRACTICE 1
IWie van ons (de oude garde die geen examen moest afleggen buiten beschouwing gelaten) heeft zijn
rijbewijs op zak door enkel een theoretisch examen af te leggen? Niemand.
Tot de cursus basisvergunning is er in België nooit enige vorm van opleiding geweest over hoe men een
QSO diende te maken. Een theoretisch examen en hopla, de kersverse radioamateur wordt op de
banden losgelaten. Met een niet altijd even fraai gevolg. Naar analogie van het rijexamen: stel je voor
dat je enkel een theoretisch examen aflegt, je rijbewijs krijgt, en dan de baan op mag in een voertuig dat
je nog nooit bestuurd hebt. Welnu, dit is precies wat er met radioamateurs gebeurt.
De auteur (ON4WW, Mark) heeft in zijn eerste jaren als radioamateur net als iedereen fouten gemaakt
(nog steeds trouwens, maar een pak minder) en wil met dit schrijven een aanzet geven voor
nieuwkomers om snel als een 'pro' te klinken op de banden. De fouten die hij in het verleden maakte
waren veelal overgenomen door naar de old-timers te luisteren. Hen treft geen blaam. Een duidelijke
handleiding over hoe je moet communiceren op de amateurbanden heeft nooit bestaan.
Het belang van goede 'operating practice' mag niet onderschat worden. Uiteindelijk zijn onze
uitzendingen door iedereen te beluisteren, zij het door radioamateurs, luisteraars, officiële instanties
enz. Het technische aspect van onze hobby is één zaak. Als we dan onze apparatuur gebruiken om
verbindingen te maken krijgen we een tweede aspect, namelijk dat we ons landje vertegenwoordigen op
de radiogolven…we zijn dan als het ware een uithangbord.
Om succesvol op eender welke frequentie en in eender welke mode te zenden dienen enkele
eenvoudige ongeschreven regels in acht genomen te worden. Volgt u mij in de queeste naar goede
'operating practice'?
1. HAMTAAL
Ken de 'hamtaal'. Maak je de taal van de radioamateur eigen, dus geen 'Radiootje 4',
maar wel 'Leesbaarheid 4'. Maak je verder ook vertrouwd met alle gangbare zaken
zoals het fonetische alfabet, CW-afkortingen, de Q-code, de getallencode (73/88) en
zorg dat dit een tweede taalgebruik is dat je volledig beheerst alvorens een QSO te
voeren.
Gebruik het fonetische alfabet steeds correct: A is Alfa, en niet Alabama. Waarom?
Zie verder onder punt 8 (PILEUPS).
2. LUISTEREN
Als beginnende radioamateur wil je zo vlug mogelijk beginnen zenden, logisch. Take it
easy, neem je tijd, blijf van die micro, morsesleutel of dat keyboard af. Maak jezelf eerst
vertrouwd met ALLE functies van je zend/ontvangsttoestel(len) alvorens je gaat
uitzenden. Vooral het zendgedeelte is belangrijk want hier kan je je eerste fouten
maken.
Leer in de eerste plaats LUISTEREN. Wie luistert zal veel succesvoller zijn in het
maken van goede verbindingen. In het hoofdstuk PILEUPS gaan we hier dieper op in.
3. CORRECT GEBRUIK VAN JE CALLSIGN/ROEPNAAM
Gebruik je roepnaam correct. Je moet een examen afleggen om een hobby te
mogen beoefenen. Wees dan ook trots op je roepnaam, hij is uniek in de
wereld. Enkel als je deze correct gebruikt, maak je een legale transmissie.
Waarom wordt dit aangehaald? Al eens op VHF geluisterd naar de roepnaam
4ZZZZ? Voorzover me bekend gaat het hier over een uitzending van een
station uit Israël en niet uit België. ON4ZZZZ is de correcte roepnaam. Een
roepnaam bestaat dus uit een prefix EN een suffix. Zelfs op HF valt deze laakbare praktijk af en toe te
beluisteren. Als je auto gestolen is, zal je dan aan de politie meedelen dat je nummerplaat 123 is, of
ABC123?
4. WEES BELEEFD
Het kortste maar zonder enige twijfel allerbelangrijkste punt in deze uiteenzetting: blijf
steeds beleefd onder gelijk welke omstandigheid. Je uitgezonden signaal wordt door
heel wat mensen en instanties beluisterd. We komen hierop uitgebreid terug onder
het punt 'Conflictsituaties'. Met beleefdheid kom je een heel eind verder, ook in ons
wereldje.
5. ENKELE TIPS BIJ HET MAKEN VAN VHF/UHF
REPEATERVERBINDINGEN
Vele van de volgende punten uit dit document zijn gewijd aan specifieke
situaties bij het streven naar DX-verbindingen (lange afstand) op de HF-banden.
Vele van die punten zijn ook van toepassing bij het werken op de VHF/UHF-
banden.
Zeer specifiek aan de VHF- en UHF-banden is de mogelijkheid om gebruik te maken van de repeaters
(vergeet je niet de verantwoordelijken van de repeaters eens een hart onder de riem te steken?).
Repeaters (relaisstations) zijn er in de eerste plaats om de operationele reikwijdte van mobiele en
portabele stations te vergroten. Vaste stations moeten zich hiervan bewust zijn. Als twee vaste stations
probleemloos een verbinding kunnen maken zonder gebruik van een relaisstation, is het dan opportuun
dat ze een repeater gebruiken om een uitgebreid QSO te maken?
Wie verbindingen via repeaters maakt moet zich realiseren dat hij geen 'monopolie' op het gebruik ervan
geniet. Dit geldt trouwens voor het maken van verbindingen op alle frequenties. Op niet-
repeaterfrequenties is het 'first come, first served' principe een beetje van toepassing. Op repeaters mag
dit echter niet primeren. Iedereen moet een kans krijgen om van dit bijzonder nuttige medium gebruik te
maken, in het bijzonder de mobiele en portabele stations.
Als gedurende een QSO op een repeater de micro doorgegeven wordt aan het tegenstation, is het
goede (bijna verplichte) gewoonte dat er een korte pauze wordt ingelast. Zo kan iemand anders snel
een oproep plaatsen, of tussenkomen in het aan de gang zijnde QSO. Wie vliegensvlug de PTT (Push
to Talk) indrukt verhindert deze mogelijkheid. Denk eraan.
6. HOE MAAK IK EEN QSO? WAAROVER MAG ER GESPROKEN WORDEN?
Vele nieuwkomers zullen bij hun eerste kennismaking van de amateurbanden verbijsterd
zijn over de talrijke QSOs waarbij slechts de roepnamen en rapporten worden
uitgewisseld. Dit hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Zelf vond ik dit in het begin onaangenaam
en hield ik van 'lange' en uitgebreide QSOs. Ik was een ware 'ragchewer'. Daar is niks mis
mee, integendeel! Door de jaren heen ben ik echter overgeschakeld van lange naar heel
korte QSOs. Ieder zijn meug.
Alhoewel we vooral een technische hobby beoefenen hoeven onze QSOs niet beperkt te
blijven tot technische zaken. Een gezond evenwicht nastreven blijft echter noodzakelijk.
Het radioamateurisme dient bijvoorbeeld niet om over kruidenierswaren te keuvelen. Laat je gezond
verstand hierover oordelen.
Waar we ons zeker niet mogen aan begeven: religie, politiek, reclame en muziekprogramma's.
In de cursus basisvergunning wordt er voor het eerst aandacht besteed aan 'Operating Practice &
Procedures'. Daarin leer je ook hoe je een gewoon QSO (of verbinding) maakt. Wat hierna volgt is een
beknopte herhaling en wat toevoegingen:
•
alvorens een transmissie te beginnen, steeds grondig checken of de frequentie die je wil
gebruiken niet bezet is door andere stations;
•
dan je CQ plaatsen (algemene oproep - CQ komt mogelijks van het Engelse 'I seek you' - ik zoek
je. Pat W5THT geeft een verklaring voor CQ, gebruikt tijdens de 'pre-wireless days'). (zie
hiernaast) In punt 7 'Hoe zelf CQ te roepen?' wordt hierop verder ingegaan om de finesses
hiervan weer te geven;
•
als je niet goed weet in welke volgorde de roepnamen te plaatsen in een gesprek, onthou dan
gewoon dat je beleefd moet zijn: eerst de roepnaam van je tegenstation vermelden, dan pas jouw
roepnaam. Voorbeeld (jij bent ON4ZZZZ): 'Bedankt OM, microfoon terug naar u. ON4XXXX (van)
ON4ZZZZ' (einde van jouw transmissie).
•
aan het einde van een transmissie moet je steeds je roepnaam vermelden. Indien je veelvuldig
korte transmissies maakt tijdens een QSO, moet je zeker minstens eens per vijf minuten je
roepnaam vermelden;
•
bij de microfoonwissel (of sleutelwissel), las je steeds een korte pauze in: zo krijgen stations die
zich eventueel willen aanmelden de gelegenheid om dit te doen;
•
hou geen ellenlang betoog over honderdeneen verschillende zaken, maar maak je uitzendingen
kort en bondig zodat je tegenstation tijdig kan antwoorden alvorens hij vergeet waarover je het
allemaal hebt gehad;
•
als je in fonie jouw uitzending beëindigt en de microfoon doorgeeft aan het tegenstation, zeg dan
'over'. Dit is bij amateurverbindingen strikt genomen niet echt nodig, maar het is soms wel handig.
De ervaring zal leren wanneer dit wel of niet te doen;
•
in CW beëindig je jouw transmissie gedurende een QSO-wissel met de letter K (van 'Key'). Ook
'KN' wordt gebruikt; dit is nog specifieker en betekent dat je enkel het station wiens roepnaam je
net seinde, uitnodigt om terug te komen;
•
in CW beëindig je een QSO met de letters 'SK' ('Stop Keying'). Nadat je dit seinde is de
verbinding volledig gedaan;
•
in fonie beëindig je een QSO NOOIT met 'over en uit' of 'over and out'. Ofwel zeg je 'over' tijdens
een wissel gedurende het QSO, ofwel zeg je 'uit/out' gans op het einde en dan is het QSO ook
volledig gedaan.
Iemand bracht me ook het volgende aan. Naarmate amateurs vorderen in hun 'carrière' schijnen ze te
vergeten dat ze ooit ook nieuwkomers waren. Je hoort inderdaad dikwijls amateurs op de HF-banden
'CQ DX' roepen waarna ze door een 'lokaal' station (dat voor hen op dat moment geen
langeafstandsverbinding betekent) aangeroepen worden. Veelal krijgt dit lokaal station 'een veeg uit de
pan', waarna hij verweesd en boos achterblijft. Dit is een mes dat langs twee kanten snijdt. De
nieuwkomer zou moeten begrijpen dat, als een station 'CQ DX' roept, hij degene die DX zoekt eigenlijk
niet moet roepen op dat moment (als hij geen DX is uiteraard). De ervaren amateur die gebrand is op
het maken van exotische verbindingen zou zich van zijn kant moeten herinneren dat hij in zijn
beginperiode net hetzelfde gedaan heeft omdat hij 'een nieuwe' wou werken.
In zo een situatie geef ik meestal een kort rapport, log het station, en zeg hem dat ik eigenlijk op zoek
ben naar DX. De nieuwkomer begrijpt meestal de hint en zal een volgende maal beter opletten, maar hij
is toch ook tevreden dat hij 'een nieuwe' gelogd heeft…en dat is uiteindelijk het belangrijkst! Dus… gun
iedereen een QSO en vergeet op latere leeftijd je eigen beginjaren niet!
7. HOE ZELF CQ ROEPEN?
Ga in eerste instantie na of de frequentie die je wil gebruiken vrij is. Dit doe je niet
enkel door eerst te luisteren maar ook door effectief te vragen of de frequentie in
gebruik is.
In SSB zal je bijvoorbeeld vragen, na eerst een poos geluisterd te hebben: 'Is this
frequency in use?', gevolgd door je roepnaam. Indien geen respons, herhaal je deze
vraag nog een keer, gevolgd door je roepnaam. Daarna kan je zelf CQ roepen.
In CW en RTTY vraag je 'QRL?' Sommigen vinden dat in CW een 'vraagteken'
voldoende is. Dit kan verwarring geven. Als er op die frequentie effectief een verbinding aan de gang is
(die je uiteraard zelf niet hoort), kan iemand jouw vraagteken begrijpen alsof je de roepnaam van het
station vraagt. De kans bestaat dat er een 'cop' scenario ontstaat (zie punt 12). 'QRL?' neemt alle twijfel
weg, en is eenduidig over wat je bedoeling is, namelijk vragen of de frequentie vrij is. Een vraagteken is
nietszeggend en kan honderdeneen zaken betekenen.
In CW krijg je dan mogelijks één van de volgende antwoorden als de frequentie in gebruik is:
•
R (received-roger)
•
Y (yes)
•
YES
•
QSY
Als je toevallig op een 'hot frequency' bent terechtgekomen van bijvoorbeeld een DX-peditie of
zeldzaam station, dan bestaat de kans dat je vrij kort van antwoord wordt gediend. Niks van aantrekken,
niet op reageren, gewoon snel verhuizen naar een andere frequentie. Of uitvissen welk het DX-station is
(door te luisteren - niet door het te vragen!) en dit proberen te werken.
Veel problemen kunnen vermeden worden door de eerste regel van het DX-en toe te passen:
LUISTEREN. Deze gouden regel, toegepast in combinatie met het magische woordje 'QRL?', zal je uit
de problemen houden als je een CQ wil lanceren.
•
Als je CQ roept, doe dan niet het volgende: tien maal CQ roepen, dan tweemaal je roepnaam
geven, en dan overgaan op ontvangst. Beter is: tweemaal CQ roepen en tienmaal je roepnaam
geven (niet doen, het is maar bij wijze van voorbeeld… viermaal je roepnaam is ruim voldoende!).
•
Het belangrijkste tijdens een oproep is dus niet het woordje CQ, maar wel je roepnaam. Als de
condities slecht zijn, is het belangrijk dat het station aan de andere kant van de wereld (liefst
toch?) je roepnaam kan horen.
Al doende leert men. Als je nog niet ervaren bent, luister dan toch eerst maar een poos naar anderen
alvorens de grote stap te zetten. Je zal vlug het kaf van het koren scheiden en je eigen stijl ontwikkelen
om succesvolle en aangename verbindingen te maken.
Operating Deel 2
A man should keep his friendship in constand repair (Samuel Johnson (1755).
OPMERKING
ON4WW, Mark weet precies
hoe hij dingen duidelijk moet
maken voor andere
zendamateurs. En ik ben het
van harte met hem eens.
Operating Practice 1, ON4WW
What does CQ mean?
Before wireless, there were
Morse telegraph
abbreviations used by the
different wire telegraph
companies.
The operator responded to
his own station call or "CQ"
and ignoredeverything else.
"CQ" and "3Ø" are two
abbreviations which have
survived. CQ alerts all
operators on the line for a
company message or
"news" for delivery to
subscribing local
newspapers, and "3Ø" was
the "end of traffic" sign.
The difference between
landline Morse and what we
use on the air has changed
some of the prosigns we use
to different characters that
sound the same as the
original long Morse
character.
The operators learned to
automatically "copy" Morse
without "reading" it.
An example of "landline
news" was the story that
President Lincoln had been
shot. The legend goes that
in many Midwest and
western towns, the telegraph
operator copied the news
and sent it to the newspaper
with the regular batch
without consciously reading
what it meant.
So the operators were
astounded to hear the
paperboy selling the
"EXTRA"
newspaper edition with the
bulletin - until they checked
their carbon copies of what
they had sent to the
newspaper office.
73, Pat W5THT